Hoe word de bandenspanning van je auto gecontroleerd?
Bandenspanningscontrolesystemen
Ook wel kortweg TPMS ( Tyre Pressure Monitoring System) genoemd. Vanaf november 2012 geldt de verplichting van dit systeem voor nieuw gehomologeerde auto’s. En voor einde 2014 voor alle nieuw geregistreerde voertuigen. Dit is wettelijk geregeld in Artikel 9 van R661 van de EU stelt de installatie hiervan verplicht. Deze wet is in november 2009 aangenomen door het Europees Parlement met het doel om CO2-uitstoot te beperken en de verkeersveiligheid te verhogen.
Wat doet een TPMS systeem?
Als een band lucht verliest ofwel minder spanning heeft geeft een sensor een melding via het dashbord van het voertuig. Hier word aangegeven welk wiel onderspanning heeft. Het systeem waarschuwt als de spanning lager is dan 1.5 bar. Door dit systeem kan een brandstofbesparing behaald worden van 2%. Dit komt omdat de rolweerstand beter is omdat de bandenspanning goed is. De veiligheid is verbeterd omdat het systeem waarschuwt als er abnormaal spanningsverlies is.
Welke systemen zijn er?
Als eerste is er “Indirect Systeem” (iTPMS). Dit systeem is gekoppeld aan het ABS-systeem van de auto en het meet het verschil in omwentelingssnelheid tussen de wielen. Als één van de wielen sneller gaat draaien, betekent dit dat de diameter kleiner is en er dan sprake is van spanningsverlies.
Als tweede het “Direct Systeem” (dTPMS). Bij dit systeem wordt een sensor gebruikt, deze is gekoppeld aan het ventiel van het wiel. De sensor meet de bandenspanning en brengt dit d.m.v. radiofrequentiesignalen over naar een ontvanger. Deze ontvanger geeft een melding aan de bestuurder als er spanningsverlies optreed.
Wat zijn de voor- en nadelen van deze systemen?
Bij direct TPMS is de nauwkeurigheid beter. Het werkt ook als de auto stilstaat. Het geeft wel extra werk en kosten bij het wisselen van de banden. Ook bij onderhoudswerkzaamheden kost het meer tijd en geld.
Het indirecte TPMS is niet zo precies omdat het niet de werkelijk bandenspanning meet. Ook als de auto stilstaat meet dit systeem geen spanningsverschillen. Je kunt dus toch nog met een lekke band wegrijden. Het grote voordeel is dat het makkelijker daardoor goedkoop in het gebruik is.
Bij direct TPMS hebben zowel de berijder als de bandenspecialist meer te doen. De eigenaar van de auto kan niet meer zelf eenvoudig een band wisselen. Dit moet door een specialist gebeuren. Hij moet de sensoren monteren, calibreren en controleren. Voor bandenspecialisten en garagebedrijven is het vereist dat ze investeren in nieuwe apparatuur en opleiding van het personeel.
Het zelf monteren van banden op wielen met een TPMS-systeem is hiermee een heel stuk moeilijker geworden. Voor controle van de sensoren op slijtage aan pakking en ventiel moet men speciale apparatuur hebben. Ook het programmeren van de sensoren kan men niet zelf doen. Hiervoor is ook de speciale apparatuur nodig.